Toelichting verschillen

Het resultaat van dit programma is in 2018 € 4.413.724 nadelig. Dat is € 276.947 hoger dan begroot en wordt veroorzaakt door € 342.594 hogere lasten, € 106 lagere baten en € 65.753 hoger dan begrote onttrekkingen aan de reserve.

Baten

Er zijn geen majeure afwijkingen geconstateerd op dit programma aan de batenzijde.

Lasten

De in 2018 gerealiseerde lasten zijn in 2018 € 342.594 hoger dan begroot door:

• Hoger dan begrote uitgaven salarislasten, € 167.000. Dit wordt met name veroorzaakt door een omissie in de raming van salariskosten.
• Hoger dan begrote kosten op de posten inhuur externe capaciteit, overige uitgaven en personeel van derden van gezamenlijk  € 136.000. Het betreft voornamelijk  inhuur financiën en P&O in verband met vervanging ziekte en digitalisering P&C cyclus en inhuur van een projectleider basisregistraties.
• Hoger dan begrote uitgaven in het kader van het Dienstverleningsplan, € 132.000. Het betreft aanschaf en implementatie van software in 2018 uit hoofde van het in 2018 vastgestelde projectplan die eerder dan in het project was gepland is gerealiseerd. Begroting en investeringen zijn in 2018 hierop niet aangepast, dit zal in 2019 plaatsvinden.  Een bedrag van € 65.000 wordt gedekt door de hiervoor in 2018 ingestelde reserve.
• Lager dan begrote dekking toerekening personeel aan investeringsprojecten en grondexploitatie € 124.000. Bij de begroting wordt een raming gemaakt van de verwachte bestede uren aan investeringen. Doordat een investering waarde vertegenwoordigt, wordt dit op de balans (overzicht van bezittingen en schulden) geboekt. Dit betekent dat de uren niet ten laste van de exploitatie (het jaarresultaat) komen. Als er echter minder uren besteed zijn aan investeringen en meer aan reguliere werkzaamheden, dan komen deze kosten ten laste van de exploitatie.
• Lager dan begrote licentiekosten software, € 50.000. Dit wordt veroorzaakt doordat de kosten van de benodigde software voor een aantal projecten uit het Dienstverleningsplan 2020 doorlopen en pas in 2019 op de lasten zullen drukken.
• Lager dan begrote doorbelasting inkoopkosten door gemeente Waterland € 41.000. Dit komt doordat de inkoopsamenwerking is vervangen door het aantrekken van een inkoopadviseur.
• Lager dan begrote wervingskosten, € 26.000. Dit komt doordat de wervingsprocedure  voor een aantal medewerkers is gestart in 2018 en begin 2019 is afgerond en gefactureerd.
• Lager dan begrote opleidingskosten, € 60.000. Dit komt doordat een aantal organisatiebrede opleidingen is uitgesteld tot de komst van de nieuwe gemeentesecretaris.
• Lager dan begrote kosten streekarchief Waterland € 25.000.

• Overige lager dan begrote lasten van per saldo € 14.406.

Reserves

In totaal is er voor € 65.753 onttrokken aan de reserves ter dekking van de kosten aangaande het dienstverleningsplan. Dit bedrag is bij het rekeningresultaat van 2017 gereserveerd ten gunste van dit onderwerp.